Nederlanders bellen elkaar sinds corona steeds minder
Het Nederlandse mobiele telefoonverkeer loopt de afgelopen jaren flink terug. In 2021, tijdens de piek van de coronapandemie, kwam het totale aantal belminuten uit op 49,3 miljard. Vorig jaar waren dat er nog maar 38,3 miljard.
Toch wordt er meer gebeld dan vóór corona. Toen besteedden Nederlanders samen gemiddeld zo'n 33 miljard minuten aan mobiel bellen. Dat blijkt uit het jaaroverzicht 2023 van de Telecommonitor van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
In 2020 was er een opleving, maar na 2021 verloor bellen steeds meer aan populariteit.
Dat geldt ook voor bellen via vaste lijnen. In 2023 werd er 1,38 miljard minuten minder over de vaste lijn gebeld dan in het jaar daarvoor. Hoewel er in Nederland nog steeds 4,26 miljoen vaste telefoonaansluitingen zijn, is het aantal belminuten via vaste lijnen met meer dan 75 procent afgenomen ten opzichte van 2013.
Derde huishoudens heeft glasvezelabonnement
De ACM heeft ook het aantal huishoudens met een glasvezelnetwerk voor de deur in kaart gebracht. Dat waren er vorig jaar 7,13 miljoen, een kwart meer dan een jaar eerder. Het aantal huishoudens dat daadwerkelijk een glasvezelabonnementen heeft, steeg met 300.000 tot 2,54 miljoen.
Dat betekent dat inmiddels ruim een derde van de huishoudens met beschikking over glasvezel ook een abonnement heeft. Het aantal huishoudens dat ook televisie kijkt via glasvezel is in het afgelopen jaar met zo'n 200.000 gestegen tot 1,92 miljoen.
Internetten gaat steeds sneller
Nederlanders gaan ook voor steeds sneller internet. Bijna 82 procent van de Nederlanders had in 2023 een internetabonnement met een downloadsnelheid van 100 megabit per seconde. In 2022 was dat nog 56 procent. Inmiddels heeft zo'n 7,3 procent een internetabonnement met een downloadsnelheid van 1 gigabit per seconde of hoger.
Het mobiele dataverbruik is in 2023 met ruim een kwart toegenomen tot iets meer dan 2 miljard gigabyte. Ten opzichte van vijf jaar geleden is het mobiele dataverbruik ongeveer verviervoudigd.